Rashond
De parson russell terriër is het grotere broertje van de jack russell terriër. Dat komt door de langere pootlengte. Het ras is onder andere gevoelig voor patella luxatie, huidkanker en epilepsie.
Patella luxatie
Zoals veel kleinere hondenrassen kampt de parsonrussellterriër vaak met patella luxatie. Hierbij schiet de knieschijf van de knie en dat veroorzaakt pijn en ongemak. Een hersteloperatie voor deze aandoening is kostbaar.
Kanker - mastceltumor
Een bepaald type kwaadaardige huidtumor – mastceltumor – komt bovengemiddeld vaak bij de parson russell terriër voor. Deze tumoren kunnen ook in de milt, lever en beenmerg voorkomen. Als de hond een bultje op de huid heeft is het aan te raden om dit te latten controleren door een een dierenarts.
Epilepsie
Door inteelt heeft het ras ook vaker te maken met epilepsie. Deze verschrikkelijke aandoening veroorzaakt meestal een nare lijdensweg voor hond en baas . Als medicijnen de aanvallen niet onder controle houden dan is euthanasie vaak de enige optie. Heeft jouw parson russell terriër epilepsie? Meld het ons!
Andere aandoeningen die bovengemiddeld vaak voorkomen bij de parson russel vind je in de onderstaande lijst.
Geschiedenis
De parson russell terriër of parson russell is net als de jack russell ontstaan uit de working fox terriërs van dominee John (bijgenaamd Jack) Russell. Hij fokte de jachthonden in de 19e eeuw in Devon, Groot-Brittannië. Beide rassen zijn naar hem vernoemd.
De parson russell is groter dan de jack russell. Dat komt door de langere (eigenlijk normalere) pootlengte. Beide rassen zijn speciaal gefokt voor de jacht. Ze moesten in staat zijn om mee te rennen met de paarden tijdens de vossenjacht en otterjacht. Jack russells konden gemakkelijk in de holen van de bejaagde dieren kruipen door de kortere poten. De langere poten van de parson russells maakten dat ras weer beter geschikt voor het meerennen tijdens de jacht. Beide rassen bestaan uit geharde, eigenwijze honden.
Hoog risico op erfelijke aandoeningen
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.
(Neonatale) cerebellaire ataxie (dronkemansgang door aandoening kleine hersenen) (1) | Gast er al, 2016, PRT ataxia |
Atopie (omgevingsallergie) (1) | GI |
Cardiomyopathie (DCM) (hartfalen door een uitgerekte hartspier) (1) | GI |
Cataract (staar) (1) | GI |
Cryptorchidie (niet ingedaalde testikel) (1) | GI |
Distichiasis (haren op de ooglidrand) (1) | GI |
Elleboogdysplasie - kleine hond (aandoening elleboog) (1) | LICG, 2011 |
Epilepsie (2) | Hytönen et al, 2021, PRT epilepsy GI |
Glaucoom (groene staar, verhoogde oogdruk) (1) | Wiles et al, 2017 |
Heupdysplasie - kleine hond (ontwikkelingsstoornis heup) (1) | Orthopedic Foundation for Animals, 2014, HD |
Lensluxatie (loslating van de lens) (4) | Oberbauer L-OFFA Peelman LJ, 2009 IDID |
Mastceltumor (mastocytoom, kanker van specifieke afweercellen) (1) | Mochizuki et al, 2017, MCT |
Myxomateuze mitralisklepinsufficiëntie (lekkage van de linkerhartklep) (1) | BP |
Patella luxatie (losse knieschijf) (3) | Orthopedic Foundation for Animals, 2013, PL Raad van beheer, 2014 GI |
Urolithiase (urinewegstenen/'blaasgruis') (2) | KarmiN IDID |
Ziekte van Calvé-Legg-Perthes (heupaandoening door onvoldoende bloedtoevoer) (1) | GI |