(Neonatale) cerebellaire ataxie (dronkemansgang door aandoening kleine hersenen)
Beschrijving
Cerebellaire ataxie is aandoening van de kleine hersenen (cerebellum), waarbij een verstoring in het evenwicht en de coördinatie van bewegingen optreedt. De kleine hersenen zorgen voor de fijne coördinatie van de snelheid, kracht en het bereik van de bewegingen van de spieren. Een verstoring in de kleine hersenen zorgt daardoor voor coördinatieproblemen (ataxie). De oorzaken voor deze verstoring in de kleine hersenen zijn verschillend. Als het al bij de geboorte aanwezig is wordt het neonatale cerebellaire ataxie genoemd.
Bij de Ierse setter en de foxterriër komt cerebellaire hypoplasie voor. De oorzaak van de cerebellaire ataxie is hierbij gelegen in de te klein gevormde en verminderd ontwikkelde kleine hersenen. De verschijnselen van ataxie zijn vaak direct of binnen enkele weken na de geboorte waarneembaar.
Bij de jack russell terriër komt progressieve ataxie voor, welke veroorzaakt wordt door het verdwijnen van de witte stof in het centrale zenuwstelsel (leukodystrofie). De witte stof in het centrale zenuwstelsel omvat de zenuwen vanaf en naar de hersenen. Door het steeds verder verdwijnen van de zenuwen zal de coördinatie van bewegingen verminderen. De leeftijd waarop de aandoening optreedt en het verloop van de aandoening zijn variabel.
Bij de Belgische Herders komt een cerebellaire ataxie voor die voorkomt uit een genetische fout waardoor er verval van de kleine hersenen optreedt. Vaak zijn de symptomen al binnen enkele weken na de geboorte zo erg dat euthanasie noodzakelijk is.
Bij de flatcoated retriever is een variant bekend van neonatale cerebellaire ataxie.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van de verschijnselen, een uitgebreid onderzoek van het zenuwstelsel en het uitsluiten van andere aandoeningen. Het onderzoek kan eventueel aangevuld worden met een MRI-scan. Als er een DNA-test beschikbaar is kan deze gebruikt worden om de diagnose te stellen.
Behandeling
Er is geen behandeling mogelijk. Uiteindelijk is euthanasie vaak de enige optie. Als er DNA-testen voor het ras beschikbaar zijn, is het mogelijk om de ziekte te voorkomen. Dit door ouderdieren te testen en een goed fokbeleid toe te passen.
Deze aandoening komt voor bij de volgende rassen: