Maine coons lijden vaak aan hartfalen en kunnen hier plotseling aan sterven. Verder komen pijnlijke heup- en knieproblemen voor, mede door hun grote formaat.
Hartfalen door HCM
Hartfalen bij Maine coons wordt meestal veroorzaakt door hypertrofische cardiomyopatie ofwel HCM. Dit is een ernstige hartziekte. De aandoening blijft vaak onopgemerkt want katten die hieraan lijden slapen gewoon wat meer. De ziekte kan ademnood, verlamming van de achterpootjes en plotselinge sterfte veroorzaken. Genezing is niet mogelijk en de behandeling is lastig.
Pijnlijke heup- en knieaandoeningen
Door hun grote formaat komen pijnlijke heupziektes (HD en epifysiolyse) en moeilijk lopen door losse knieschijven (patella luxatie) geregeld voor. Behandeling is mogelijk maar het gaat daarbij om dure operaties.
Blindheid door cataract
Cataract is een erfelijke vorm van staar waarbij de ooglens ondoorzichtig wordt. Dit heeft blindheid tot gevolg.
Poliepen in keel, neus of oor
Bij Maine coons groeit vaak een poliep in de keel, de neus of het oor. Afhankelijk van de plek geeft die klachten van benauwdheid, neusuitvloeiing, niezen, schudden met de kop of oorontsteking. Met een operatie kan de poliep verwijderd worden.
Kijk in de lijst hieronder voor de overige aandoeningen waar Maine coons last van kunnen hebben.
Geschiedenis
In de late 19de eeuw werd de Maine coon als één van de eerste rassen erkend door kattenliefhebbers. Waar het ras oorspronkelijk vandaan komt, is niet bekend maar het wordt al sinds de kolonisatie in Amerika gezien. Over het ontstaan ervan doen verschillende verhalen de ronde.
Wat wel vaststaat, is dat de Maine coon een natuurras is. Het ras is dus ontstaan is zonder inmenging van de mens. Door natuurlijke selectie ontwikkelde de Maine coon een waterresistente vacht, een stevige, gespierde lichaamsbouw, grote wijd openstaande ogen en oren, en grote voeten met veel haar en scherpe klauwen. Alles wat nodig was om te overleven en goed te kunnen jagen.
Ze leefden in Amerika als gezinslid en boerderijkat en werden zeer gewaardeerd vanwege hun talent voor het vangen van muizen. Aan het eind van de 19de eeuw werden kattenshows steeds populairder in Amerika. Daar was de Maine coon een graag gezien gast met zijn mooie, dikke vacht en grote variatie aan kleuren en patronen.
Aan het begin van de twintigste eeuw werden er nieuwe, exotische rassen geïntroduceerd en werd de Maine coon iets minder populair. In de late jaren vijftig was het ras bijna uitgestorven. Een kleine groep fokkers kon nog net voorkomen dat het ras ten onder ging. In 1967 werd het ras opnieuw erkend.
De Maine coon is één van de grootste en zwaarste raskatten (katers kunnen wel zeven of acht kilo wegen). Hij ontwikkelt zich langzaam en is pas op vierjarige leeftijd uitgegroeid.
Zeer hoog risico op erfelijke aandoeningen
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.