De abessijn heeft veel last van erfelijke aandoeningen. Blindheid door pijnlijke oogaandoeningen en nierfalen door amyloïdose zijn de belangrijkste, maar ook pijnlijke gewrichtsziektes komen voor.
Blindheid door oogziektes
Abessijnen hebben vaak pijnlijke oogaandoeningen als PRA (progressieve retina atrofie) en corneasequester (een probleem van het hoornvlies). Deze aandoeningen veroorzaken vaak blindheid.
Nierfalen door amyloïdose bij de abessijn
Amyloïdose (eiwitafzetting) komt veel voor bij de abessijn. Deze aandoening veroorzaakt nierfalen en/of leverfalen, wat leidt tot vergiftiging van het bloed. De kat vermagert en verzwakt, en sterft uiteindelijk een langzame dood.
Heupdysplasie en patella luxatie
Pijnlijke gewrichtsaandoeningen, zoals heupdysplasie (HD) of een losse knieschijf (patella luxatie) komen steeds vaker voor bij de abessijn. Operaties kunnen helpen, maar zodra er artrose (gewrichtslijtage) is ontstaan, zijn pijnstillers noodzakelijk om de pijn te verlichten.
Pyruvaatkinase deficiëntie
Een verstoorde energiestofwisseling van de rode bloedcellen - pyruvaatkinase deficiëntie - is een aandoening waardoor de katten bloedarmoede krijgen. Er is een DNA-test voor deze aandoening en daardoor kan de ziekte voorkomen worden.
Al met al is er bij de abessijn een hoog risico op een erfelijke aandoening, en daarom kun je als kattenliefhebber beter een gewone huiskat nemen.
Geschiedenis
De abessijn is één van de oudste kattenrassen, waarschijnlijk ontstaan zonder tussenkomst van de mens.
In 1871 werd de abessijn voor het eerst tentoongesteld op de Crystal Palace show in Londen. Hij werd als tweede korthaarras geregistreerd (na de Britse korthaar). In 1889 werd de officiële rasstandaard opgesteld. Aan het begin van de twintigste eeuw arriveerde de eerste abessijn in Amerika, en werd het ras in zowel Amerika als Engeland steeds populairder. Na de Tweede Wereldoorlog waren er nog maar een paar abessijnen over in Engeland. Met hulp van Amerikaanse fokkers werd het ras weer opgebouwd.
In Nederland werd in 1937 de eerste abessijn op een kattenshow vertoond, en in 1938 kwamen de eerste nakomelingen van deze poes ter wereld. Helaas stierven deze nakomelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog zonder zelf voor nageslacht gezorgd te hebben. Pas in de jaren zestig werd de abessijn opnieuw in Nederland geïntroduceerd. Het ras werd steeds populairder en in de loop der jaren werden er ook andere kleurvariaties gefokt naast de oorspronkelijke wildkleur.
Zeer hoog risico op erfelijke aandoeningen
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.