Chronisch nierfalen is een ziekte die veel voorkomt bij (oudere) katten. In het begin merk je helaas niets van een verminderde nierfunctie. Maar stiekem gaat het langzaam slechter. Wat zijn de oorzaken van chronisch nierfalen?
Acuut nierfalen
Chronisch nierfalen begint vaak na acuut nierfalen. Bij acuut nierfalen gaat de nierfunctie in heel korte tijd sterk achteruit. Vergiftigingen kunnen een oorzaak zijn. Een andere (veelvoorkomende) oorzaak kan zijn dat een kat niet kan plassen; bij katers met een nauwe plasbuis raakt de plasbuis soms verstopt. Er ontstaat dan blaasgruis of blaasontsteking. De afvalstoffen hopen zich snel op in het lichaam, en de kat is binnen de kortste keren heel ziek. Als er snel een behandeling wordt ingezet, kan acuut nierfalen in veel gevallen volledig genezen. Maar het kan ook dat er kleine littekens in de nieren zijn ontstaan, die gaan leiden tot chronisch nierfalen. Als je acuut nierfalen kunt voorkomen, neem je alvast één oorzaak van chronisch nierfalen weg.
Chronische ontsteking
Chronisch nierfalen kan ook veroorzaakt worden door chronische ontstekingen in het lichaam. Chronische ontstekingen (bijvoorbeeld van de alvleesklier, het gebit, de huid, de baarmoeder, het nierbekken, of in het maagdarmkanaal) zijn soms net zo moeilijk op te merken als chronisch nierfalen zelf. Ze geven vaak vage klachten als: wat minder goed eten, af en toe braken, afvallen. Als je merkt dat je kat niet lekker in zijn vel zit, is het wijs om hem goed na te laten kijken!
Overige oorzaken
Er is een scala aan aandoeningen die chronisch nierfalen kunnen veroorzaken. Bijvoorbeeld:
- suikerziekte en andere hormoonziektes
- kanker
- erfelijke aandoeningen, zoals cystenieren (PKD) en amyloïdose.
- te hoge bloeddruk
- onvoldoende vochtopname
Wat kun je zelf doen
- Zorg ervoor dat je kat niet in aanraking komt met huis-, tuin- en keukengiffen.
- Als je kat vaker dan gewoonlijk naar de kattenbak gaat of moeilijk plast, raadpleeg dan snel de dierenarts.
- Kies voor goede voeding en zorg voor vers drinkwater.
- Check het gebit van je kat regelmatig.
- Laat jaarlijks de bloeddruk en het gewicht van je kat meten (vaker kan natuurlijk ook).
- Laat geregeld (jaarlijks) een bloedonderzoek doen om te kijken of er nierschade is.
- Als je merkt dat je kat zich niet lekker voelt, laat hem dan uitgebreid onderzoeken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan echoscopie, bloedonderzoek, urineonderzoek.
Diagnose stellen
Als uit urineonderzoek en bloedonderzoek (op SDMA en ureum en kreatinine) blijkt dat je kat aan chronisch nierfalen lijdt, probeer dan de oorzaak te vinden. Met uitgebreid bloedonderzoek, echografisch onderzoek, bloeddrukmetingen en soms zelfs nierbiopten (zoals bij amyloïdose) lukt dat soms. Als de oorzaak wordt gevonden, wordt de behandeling hierop ingesteld.
Chronisch nierfalen is meestal niet te genezen, maar met een tijdige behandeling blijft je schat wel veel langer fit! Op tijd vaststellen is het allerbelangrijkste. Volgende keer meer over de behandeling van nierfalen.