Bij de heilige birmaan komen veel erfelijke aandoeningen voor. Nierfalen door cystenieren (PKD) en hartfalen (HCM) zijn de belangrijkste.
Nierfalen door PKD
Net als bij de pers is er een grote kans op PKD ofwel cystenieren. PKD veroorzaakt vergiftiging door chronisch nierfalen. Deze vorm van nierfalen is niet te genezen. De kat vermagert, wordt steeds zwakker en sterft uiteindelijk een langzame dood.
Hartfalen door HCM
HCM is een ernstige hartziekte. De aandoening blijft vaak onopgemerkt omdat katten die hieraan lijden gewoon wat meer slapen dan hun gezonde soortgenoten. Deze aandoening kan echter ook ademnood, verlamming van de achterpootjes en plotselinge sterfte veroorzaken. Genezing is niet mogelijk en de behandeling is moeizaam.
Pijnlijke oogzweren en blindheid
De heilige birmaan kan pijnlijke oogzweren (corneasequester) ontwikkelen. Die zien eruit als een splinter midden in het oog. De langdurige behandeling is lastig en kan tot blindheid leiden. Birmanen hebben ook bovengemiddeld last van cataract. Dit is een erfelijke vorm van staar waarbij de ooglens ondoorzichtig wordt. Dit heeft eveneens blindheid tot gevolg.
FIP en blaasgruis
Verder is het ras gevoelig voor de dodelijke infectieziekte FIP en blaasgruis (urolithiase). Die laatste aandoening veroorzaakt blaasontsteking en plasproblemen zoals plassen op ongewenste plaatsen of niet kunnen plassen.
Kijk in de lijst hieronder om te zien welke ziektes nog meer veel voorkomen bij de heilige birmaan.
Geschiedenis
De heilige kat van Birma, wordt de kat ook wel genoemd. Volgens oude legendes leefden er eeuwen geleden zuiver witte katten in de Boeddhistische tempels van Birma (het huidige Myanmar).
In 1925 dook de birmaan op in Frankrijk en werd de eerste rasstandaard opgesteld. Het ras werd verder ontwikkeld tot aan de Tweede Wereldoorlog Net als veel andere raskatten en -honden werd die oorlog het ras bijna fataal.
Na de oorlog werd het ras weer opgebouwd vanuit één enkel kattenpaar. Dit gebeurde door middel van zorgvuldige uitkruising. Rassen die hierbij gebruikt werden, waren de pers en de siamees (en misschien de Turkse angora). Vanaf 1955 had het ras zijn glorie terug en werd het voor het eerst geëxporteerd naar andere landen. Door het kruisen met de pers heeft de heilige birmees ook veel van de erfelijke aandoeningen van dat ras overgenomen.
Hoog risico op erfelijke aandoeningen
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.
Cataract (staar) (2) | Narfstrom K, 1999 Stiles J et al. 2013 |
Corneasequester (oogaandoening) (2) | Gough A et al., 2010 Narfstrom K, 1999 |
Cutane asthenia (bindweefselaandoening) Ehlers Danlos Syndroom (EDS) (1) | Testerink-Baas E, 2010 |
Dystocia (moeilijke geboorte) (1) | Holst BS et al., 2015 |
Feline infectieuze peritonitis (FIP) (besmettelijke buikvliesontsteking) (7) | Bell ET et al., 2006 Egenvall A et al., 2009 Foley JE et al., 1996 Golovko L et al., 2012 Gough A et al., 2010 Pesteanu-Somogyi LD et al., 2006 Rohrbach BW et al., 2001 |
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) (hartziekte door verdikte hartspier) (4) | Smith SA et al., 2003 Stichting Platform Verantwoord Huisdierenbezit, 2010 Testerink-Baas E, 2010 VHL Genetics, 2017 |
Hypotrichose in combinatie met korte levensverwachting (geringe of ontbrekende haargroei) (3) | Abitbol M et al., 2015b Casal ML et al., 1994 Gough A et al., 2010 |
Neonatale iso-erytrolyse (afweerreactie tegen eigen rode bloedcellen) (4) | Forcada Y et al., 2007 Giger U et al., 1991 Jensen AL et al., 1994 Knottenbelt CM et al., 1999 |
Polycystic kidney disease (PKD) (cystenieren) (2) |
" title="Gubbels E et al, 2005">Gubbels E et al, 2005 Testerink-Baas E, 2010 |
Urolithiase (urinewegstenen/"blaasgruis") (Feline Lower Urinary Tract Disease) (FLUTD) (3) | Albasan H et al., 2012 Appel SL et al., 2010 Houston DM, 2016 |