Majesteit, het lijfblad van kattenliefhebbers, heeft onze dierenarts Kelly Kessen geïnterviewd over het verschijnsel ‘designer cats’. Kessen zet nog eens helder uiteen waarom het fokken op extreme uiterlijke kenmerken – zoals kaalheid, korte pootjes, extreem platte snuiten – het welzijn van katten schaadt.
Curieuze uiterlijkheden
Zo maakt ze duidelijk dat katten geen baat hebben bij het missen van hun vacht en snorharen, en ook niet bij een extreem korte snuit of dwerggroei. Integendeel! Ze ondervinden alleen maar hinder van dergelijke curieuze uiterlijkheden. De kat wil gewoon een kattenleven leiden – en op deze manier wordt dat heel moeilijk gemaakt.
Schade door het uiterlijk
Het zijn ménsen die het katten-uiterlijk naar believen modelleren. En het zijn ménsen die bij het fokken de nadruk zijn gaan leggen op extreme uiterlijke kenmerken, in plaats van op welzijn en functionaliteit. Hoewel het bij wet verboden is om dieren te fokken die schade ondervinden van hun uiterlijk (Besluit houders van dieren artikel 3.4), gebeurt dat nog altijd wél. En er wordt niet op gehandhaafd.
Kijken vanuit het dier
‘Bij Dier&Recht,’ zegt Kessen, ‘kijken we vanuit het dier. Waar heeft een dier behoefte aan? Voor een kat is dat heel simpel. Een kat wil gewoon kunnen lopen, wil naar buiten en omgaan met soortgenoten.’
De intrinsieke waarde van dieren
De wet erkent de intrinsieke waarde van dieren: elk dier heeft een eigen waarde, onafhankelijk van zijn functionaliteit voor mensen. Een dier moet vrij zijn van fysiek ongemak en stress. Een dier moet het gedrag kunnen vertonen dat specifiek is voor de soort. Kessen: ‘De wet ís er, nu alleen nog een juiste handhaving!’
Het hele artikel is te lezen in de augustus/september editie van Majesteit.