Van de Egyptische mau zijn weinig specifieke en ras-typische ziekten bekend. Dat hoeft echter niet te betekenen dat er weinig erfelijke aandoeningen bestaan; het ras is relatief jong en er is weinig onderzoek bekend. Bovendien is de inteelt bij het ras hoog doordat bijna alle mau's afkomstig zijn van drie katten.
Hartfalen door HCM
HCM is een ernstige hartziekte. De aandoening blijft vaak onopgemerkt want katten die hieraan lijden slapen gewoon wat meer dan hun gezonde soortgenoten. De ziekte kan ademnood, verlamming van de achterpootjes en plotselinge sterfte veroorzaken. Genezing is niet mogelijk en de behandeling is moeilijk.
Gevoelig voor FIP
De Egyptische mau krijgt vaker de dodelijke ziekte FIP. De basis voor het ontwikkelen van FIP is een virusinfectie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat veel raskatten erfelijk gevoeliger zijn voor deze ziekte, de genetische oorzaak ligt waarschijnlijk in het imuunsysteem. Als er FIP voorkomt in een cattery dan wordt het afgeraden om te fokken met deze ouderdieren.
Blaasgruis
Een aandoening die regelmatig voorkomt bij de Egyptische mau is blaasgruis ofwel urolithiase. Deze aandoening geeft pijn bij het plassen doordat het gruis (dat bestaat uit scherpe kristalletjes) de blaaswand irriteert. Dit veroorzaakt pijnlijke blaasontstekingen. Als het gruis of kleine steentjes de plasbuis van de kater verstoppen dan kan die niet langer plassen. Dan is een spoedbehandeling bij de dierenarts noodzakelijk omdat deze situatie snel kan leiden tot nierfalen en zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Geschiedenis
Uit Egyptische geschriften is naar voren gekomen, dat de oude Egyptenaren zo’n vijfduizend jaar geleden al samenleefden met huiskatten. Sommigen geloven dat de kat die door de oude Egyptenaren aanbeden werd, de voorouder was van de Egyptische mau.
De Egyptische mau deed zijn intrede in Europa aan het begin van de twintigste eeuw. Fokkers uit Italië, Zwitserland en Frankrijk hebben het ras gevormd. Net als bij veel andere kattenrassen, werd de Tweede Wereldoorlog de Egyptische mau bijna fataal. Rond 1945 was het ras bijna uitgestorven. De verbannen Russische prinses Nathalie Troubetskoy bracht de Egyptische mau vanuit Egypte terug naar Italië, waar nog enkele exemplaren leefden.
Inteelt hoog
In 1956 vertrok Troubetskoy naar Amerika met drie mau's, daar begon zij met een fokprogramma en het promoten van het ras. Deze drie mau's vormen de basis van de nieuwe bloedlijn. Bijna alle hedendaagse mau's stammen af van deze bloedlijn. Door het kleine aantal overgebleven katten, is de genenpool ook erg klein. Hierdoor heeft er inteelt en lijnkruising plaatsgevonden. Momenteel wordt het ras wereldwijd nog gefokt door een kleine groep fokkers.
Beduidend risico op erfelijke aandoeningen
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.
Amyloïdose (afzetting van eiwit in organen) (2) | Stichting Overleg Platform van de Nederlandse Cat Fancy, 2002 Testerink-Baas E, 2010 |
Feline infectieuze peritonitis (FIP) (besmettelijke buikvliesontsteking) (1) | Rohrbach BW et al., 2001 |
Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) (hartziekte door verdikte hartspier) (1) | Testerink-Baas E, 2010 |
Pyruvaatkinase deficiëntie (verstoorde energiestofwisseling van de rode bloedcellen) (2) | Grahn RA et al., 2012 Laboklin., 2014 |
Urolithiase (urinewegstenen/"blaasgruis") (Feline Lower Urinary Tract Disease) (FLUTD) (3) | Albasan H et al., 2012 Appel SL et al., 2010 Houston DM, 2016 |