Gen voor staartloosheid is bron van erfelijke aandoeningen
Het kenmerk van de manx is de staartloosheid. Het gemis van die staart veroorzaakt veel welzijnsproblemen, die samen bekend staan als het manx-syndroom. De kenmerken hiervan zijn: open ruggetje; urine-incontinentie; niet kunnen ophouden van ontlasting; verlamming van de achterpoten; pijn aan de onderrug en obstipatie door de verwijde endeldarm.
Niet erkend door rasverenigingen
Alle levende manx-katten hebben één normaal staart-gen en één afwijkend staartloos-gen. Het gen dat zorgt voor deze staartloosheid (het manx-gen) is daarbij helaas dominant. Kittens met twee afwijkende staartloos-genen overlijden vroeg na de geboorte, of al in de baarmoeder. Dit gebeurt in totaal bij maar liefst 25 procent van de kittens! De aandoeningen bij dit ras zijn zo ernstig dat veel verenigingen het ras niet erkennen. Wij adviseren met klem om niet te kiezen voor een manx-kitten.
Verder zijn deze katten gevoelig voor het ontwikkelen van de dodelijke ziekte FIP en blaasgruis, waardoor blaasontsteking en plasproblemen ontstaan (op ongewenste plaatsen plassen en niet kunnen plassen).
Geschiedenis
De manx komt oorspronkelijk van het eiland Man, in de Ierse zee tussen Engeland en Ierland. De staartloosheid van de manx is waarschijnlijk ontstaan door een spontane mutatie in de kattenpopulatie op het eiland. De manx leefde op een klein eiland, dus de genenpool was klein en het dominante gen werd makkelijk doorgegeven van generatie op generatie. In 1901 werd door Britse liefhebbers de eerste manx-club opgericht. Het specifieke manx-gen – maakt het moeilijk om deze dieren te fokken.
Beduidend risico op erfelijke aandoeningen
Geen
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.
Feline infectieuze peritonitis (FIP) (besmettelijke buikvliesontsteking) (2) | Pesteanu-Somogyi LD et al., 2006 Rohrbach BW et al., 2001 |
Hereditaire congenitale doofheid (erfelijke aangeboren doofheid) (1) | Strain G, 1996 |
Manxsyndroom (problemen als gevolg van staartloosheid Manx) (1) | Lekcharoensuk C et al., 2001 |
Mastceltumor (mastocytoom, kanker van specifieke afweercellen) (3) | Goldschmidt MH et al., 2000 Gough A et al., 2010 Strain G, 1996 |
Neonatale iso-erytrolyse (afweerreactie tegen eigen rode bloedcellen) (1) | Forcada Y et al., 2007 |
Urolithiase (urinewegstenen/"blaasgruis") (Feline Lower Urinary Tract Disease) (FLUTD) (5) | Albasan H et al., 2012 Cannon AB et al., 2007 Gough A et al., 2010 Lekcharoensuk C et al., 2001 |