Paarden die niet constant toegang hebben tot voedsel maar slechts een paar keer per dag worden gevoerd, kunnen gemakkelijk last krijgen van hun maag. Paarden zijn erop ingesteld om continu te eten, als ze dat niet kunnen dan krijgen de dieren al snel last van maagzuur. Dit risico is vooral groot bij paarden die de winter doorbrengen in een stal waar ze een paar keer per dag worden gevoerd.
In de natuur eten paarden continu
Een paard in de natuur kauwt bijna het hele etmaal op grof, stengelig ruwvoer en maakt dan veel speeksel aan. De maag is hierop ingesteld en produceert altijd zuur. Het speeksel neutraliseert het maagzuur. Als er geen speeksel met ruwvoer in de maag komt, krijgt het paard last van dat zuur.
Te lang een lege maag
Als een paard na twee minuten het aanvullend krachtvoer en na dertig minuten het hooi op heeft, kan de maag te lang leeg komen te staan. Uit onderzoek blijkt dat vooral ’s nachts veel paarden te lang zonder hooi staan. Al na twee uur met een lege maag kunnen er maagzweren ontstaan. Ook stress en verveling spelen een rol. Paarden die zich ongelukkig voelen, krijgen sneller last van hun te lege maag.
Het ruwvoertekort herkennen
Als paarden maagproblemen hebben, kunnen ze de volgende gedragingen vertonen:
- vaker gapen
- bijten, gevoelig reageren op aanraking van hun flanken (singelnijd tonen)
- luchtzuigen (om maagpijn en stress rondom het voeren tegen te gaan)
- hout van de stal eten, of met hun tanden langs hekken of stalwanden schrapen
- onrustig worden rond de tijd dat er ruwvoer wordt aangeboden (met een been tegen de box slaan, of schrapen of hinniken als je met hooi aankomt)
Als je dergelijk gedrag ziet, ga dan na of de paarden genoeg ruwvoer krijgen of raadpleeg een dierenarts!
Gezonde aanvullingen en het tegengaan van verveling
In de natuur eten paarden ’s winters distelwortels, brandnetels, schors van takken, en grof gras dat nog over is. Om dit na te bootsen én om verveling in de stal of paddock tegen te gaan, is het goed om je paard wekelijks takken bij te voeren. Wilg, linde, berk, hazelaar en els zijn gezond voor paarden. Ook rozebottel, braam, meidoorn en frambozenblad kunnen als gezonde extra’s gevoerd worden.
Zes stappen om maagproblemen te voorkomen
- Voer altijd eerst ruwvoer en daarna pas krachtvoer, zo zorg je voor genoeg speekselaanmaak.
- Voer altijd (een beetje) ruwvoer voordat je gaat rijden, zodat je paard niet met een lege maag galoppeert of springt. Zo voorkom je schade van opspattend maagzuur.
- Gebruik een fijnmazig hooinet of een slowfeeder zodat je paard langer over het eten van z’n hooi doet.
- Voer takken en andere gezonde extra’s bij, zodat het paard langer bezig is met kauwen.
- Geef slechts kleine porties krachtvoer – want bij het eten hiervan wordt weinig speeksel geproduceerd – of meng het krachtvoer met luzerne of geweekte bietenpulp, zodat het paard er langer over doet.
- Zorg dat het paard zeker achttien uur per dag aan het kauwen is en nooit langer dan twee uur zonder ruwvoer staat.
Vermoed je maagproblemen bij jouw paard? Schakel een dierenarts in!