Hartfalen en medische testen

Kat

‘Cardiomyopathie’ is een ander woord voor ‘hartspierziekte’. Het wordt ook wel ‘hartfalen’ genoemd. Bij een aantal rassen komt hartfalen veel voor. Het meest bekend is het bij de Maine Coon.

Te dikke hartspier

Hypertrofische cardiomyopathie (HCM) is een vorm van hartfalen waarbij de hartspier veel te dik is geworden. Daardoor is er in het hart nauwelijks nog ruimte voor bloed, en wordt er per hartslag minder bloed rondgepompt. Om toch voldoende bloed te laten circuleren, moet het hart sneller werken, waardoor de hartslag omhooggaat en de hartspier nóg dikker wordt. Door de abnormale bloedstroom ontstaan er gemakkelijk bloedpropjes (trombose).

Symptomen zijn: hoge bloeddruk, snelle ademhaling, geen inspanning kunnen verrichten, en in een later stadium benauwdheid. Door trombose in de bloedvaten van de achterpoten ontstaat er soms verlamming. Het hart kan heel plots stoppen met werken – en dan sterft de kat. Soms gebeurt dit zelfs zonder voorafgaande klachten.

Het stellen van een diagnose 

Bij het vermoeden van hartziekte zal de dierenarts een echo van het hart (laten) maken om de precieze vorm van de hartziekte op te sporen. Met een röntgenfoto van de borstkas kan vastgesteld worden of er sprake is van longvocht en een vergroot hart (dit zijn gevolgen van de ziekte). Het vaststellen van de aan- of afwezigheid van hartruis is geen betrouwbare screeningsmethode. Als je een kat hebt van een ras met een verhoogd risico op het ontwikkelen van HCM, kun je ervoor kiezen om regelmatig, bijvoorbeeld jaarlijks, een echo van het hart te laten maken. Als je op tijd ontdekt dat je kat hartfalen heeft, kun je eerder met een behandeling starten, waardoor je kat langer leeft.

Heeft het zin om DNA-testen in te zetten?

Er zijn DNA-testen beschikbaar voor verschillende genmutaties die HCM veroorzaken. Maar: een negatieve testuitslag (wat wil zeggen dat de betreffende genen niet aanwezig zijn) garandeert niet dat de ziekte niet zal ontstaan. En een positieve testuitslag (de genen zijn wél gevonden) betekent alleen maar dat er een verhoogd risico is op het ontstaan van HCM.

Daar komt bij dat nog niet alle (combinaties van) afwijkende genen die een rol spelen bij het ontstaan van HCM, in kaart zijn gebracht. Voor een aantal rassen worden DNA-testen aangeboden, terwijl deze testen nog niet voor dat ras zijn gecontroleerd.

In het geval van HCM is er daarom grote discussie over het nut van gentesten.

Hartecho is geen garantie voor de toekomst

Om HCM te voorkomen, is het tegenwoordig bij een aantal stambomen verplicht om de fokdieren op hartfalen te controleren door middel van een hartecho. Dieren die HCM hebben ontwikkeld worden dan uitgesloten van de fok. Maar het gebeurt regelmatig dat katten de eerste jaren van hun leven geen HCM hebben, en zich dus voort mogen planten, en later alsnog sterven aan hartfalen. Ze hebben dan  toch de genen voor hartfalen door kunnen geven aan de nakomelingen. Een echo van het hart is een momentopname en geen garantie voor de toekomst.

Kortom...

Hartfalen bij nakomelingen voorkomen door middel van medische testen, is dus nog niet mogelijk.

Deel dit artikel
Kelly Kessen

Als dierenarts werd ik vrijwel dagelijks geconfronteerd met zieke rashonden en raskatten. Het is frustrerend om te zien hoeveel dieren kampen met erfelijke aandoeningen of lijden onder de extreme uiterlijke kenmerken waar ze doelbewust op worden gefokt. Veel van dat lijden is te voorkomen door te fokken op genetische diversiteit en een gezond uiterlijk. Bij Dier&Recht zet ik me in om fokkers en eigenaren daarvan bewust te maken, zodat er meer gezonde dieren worden gefokt en gekocht. Daarnaast ben ik actief betrokken bij het verbeteren van wetten en regelgeving rond het fokken van honden en katten.