Runderen zijn van nature sociale kuddedieren. Ze doen graag alles samen en tegelijk, dat geeft ze een gevoel van veiligheid. Ze grazen samen en gaan daarna het liefst samen onder een boom liggen herkauwen. In de natuur worden kalveren zo’n zeven tot elf maanden gezoogd door de moeder. Zo krijgen ze de antistoffen die ze nodig hebben, want kalveren hebben bij hun geboorte een lage afweer. Geleidelijk aan drinken ze minder melk en gaan ze meer over op grazen.
Kalveren van enkele weken oud drinken iedere twee a drie uur bij de moeder, net als mensenbaby’s hebben ze een sterke drang om te zuigen. Daarnaast hebben kalveren ook een grote behoefte aan herkauwen. Normaal zijn kalveren zo’n zeven à acht uur per dag bezig met het zoeken en herkauwen van vezelrijk voedsel, met name gras en hooi. Deze grovere, vezelrijke voersoorten zijn hard nodig voor een goede spijsvertering. En net als andere jonge zoogdieren hebben kalfjes een enorme behoefte aan rennen, springen en spelen met soortgenoten, het bekende ‘dartelen’.
In de kalverhouderij krijgen de dieren geen enkele mogelijkheid om hun natuurlijke gedrag te uiten. Hun korte leven is een aaneenschakeling van gemis, ziekte, verveling en pijn.