Voorlopig geen financiële steun voor de kalversector

Koe

Door de gevolgen van de coronacrisis is de afzetmarkt voor kalfsvlees ingestort. De kalversector vraagt al vanaf het begin van de crisis om financiële steun. Maar zowel de Nederlandse overheid als de Europese Commissie houden voorlopig voet bij stuk. Terecht. Onvoorwaardelijke staatssteun aan de kalverhouderij betekent een investering in dierenleed.

Grote overschotten

“In Nederland bouwt zich een bevroren stuwmeer aan kalfsvlees op”, schreef de Volkskrant op 30 april. Normaal is zo’n 95 procent van het kalfsvlees bestemd voor de export. Maar als gevolg van de sluiting van horeca werd het kalfsvlees niet langer geëxporteerd en ontstonden er grote overschotten. Ongeveer 70 procent van het kalfsvlees werd opgeslagen in vrieshuizen.  

Uitpuilende stallen

De volle vrieshuizen zorgen ervoor dat er minder kalveren geslacht worden, waardoor de dieren langer in de stallen blijven. Maar de afmetingen van de hokken zijn minimaal en vleeskalveren hebben geen buitenruimte. Als de dieren zwaarder en groter worden dan gepland, passen ze niet meer in het hok. Dit veroorzaakt ernstige dierenwelzijnsproblemen.

Dier&Recht riep de overheid op geen noodhulp te verstrekken zolang kalverhouders niet bereid zijn te verduurzamen. 

Doorgaan op oude voet

Het is waanzin om door te willen gaan op oude voet. Toch stelt de sector alles in het werk om financiële steun te krijgen. Onder meer CDA-Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik roept de Europese Commissie op om het besluit om de kalversector geen steun te geven, te herzien. “Het is nu de hoogste tijd, anders wordt er onherstelbare blijvende schade aan de kalverhouderij en daarmee aan de zuivelketen in Europa toegebracht.”

Nederlandse overheid terughoudend

Ook bij de Nederlandse overheid blijft de sector aandringen op steunmaatregelen, onder meer met een brandbrief aan minister Schouten. Maar volgens boerenvakbond LTO is de overheid terughoudend om kalverhouders extra steun te verlenen. De overheid wijst onder meer naar de sterke partijen in de keten, zoals de kalvermester VanDrie Group, een steenrijk familiebedrijf met een jaaromzet van 2 miljard euro.  

Tijd voor verandering

Hoewel de vraag naar kalfsvlees weer op gang komt, is de import van kalveren (normaal zo’n 800.000 per jaar) gehalveerd en is ook het aanbod van Nederlandse kalveren uit de melkveesector (normaal zo’n 700.000) momenteel minder. Daarom is dit juist hét moment om de kalversector te hervormen, zodat deze dieronvriendelijke sector nooit meer de omvang kan aannemen van voor de crisis.

Vind jij het ook belachelijk dat er belastinggeld gaat naar dieronvriendelijke en milieuvervuilende kalverhouders? Spreek je uit tegen onvoorwaardelijke overheidssteun! #nietmetmijngeld

Deel dit artikel
Robyn Pees

Als jurist en inhoudelijk medewerker zet ik me in om een einde te maken aan het enorme leed van de miljoenen dieren achter de gesloten staldeuren van de veehouderij. Ooit zal de mensheid met afschuw terugkijken naar de erbarmelijke manier waarop we nu met onze mededieren omgaan. Ik wil er met mijn werk aan bijdragen dat ik die dag nog ga meemaken. Ieder dier heeft recht op een dierwaardig leven. Dieren kunnen niet voor zichzelf opkomen, daarom moeten wij ze een stem geven!