Een paard heeft het hele jaar door bewegingsvrijheid nodig, ook in de winter. Bij voorkeur lopen paarden minstens vier uur per dag buiten met soortgenoten. Zo kunnen ze hun onderlinge relatie versterken maar ook vrij bewegen, rollen, en even ‘zichzelf’ zijn. Met een inloop- of schuilstal kunnen paarden zelf kiezen of ze binnen of buiten willen staan.
Als de weide te nat is in de winter
Elke weide hoort een plek te hebben waar paarden droog kunnen staan. Als paarden 24 uur per dag buiten staan, dan moet er ook een droge plek zijn waar de paarden kunnen liggen. Je kunt hiervoor:
- Een paddock aanleggen, met drainage en drainage zand;
- Een stuk weide verharden;
- Een stuk weide flink verhogen met een lichte bolling zodat het water er vanaf loopt;
- Bomen planten die veel vocht opnemen. Vaak is een bebost deel van de weide een stuk droger.
Grondgebruik in de winter
Als je paarden het hele jaar door buiten wilt houden, dan heb je genoeg ruimte nodig. Het is belangrijk om regelmatig van weide te wisselen zodat het gras kan herstellen. Het is verstandig om in de winter slechts één weide of paddock te gebruiken. Tussen oktober en mei groeit het gras vrijwel niet. Zo houd je andere weides in tact voor begrazing in de periode dat het gras wel groeit. Om ervoor te zorgen dat er voldoende gras is, geldt: niet meer dan vier paarden per hectare.
Hoe vaak uitmesten?
Om de kans op wormbesmetting te verminderen moet je een weide minimaal twee keer per week uitmesten. Uitmesten is ook belangrijk om het gras smakelijk te houden. Paarden eten niet graag waar mest ligt. Het risico op wormbesmettingen kun je ook verkleinen door paarden niet langer dan vier maanden op een stuk weide te plaatsen. Als er voldoende ruimte is dan kun je de mest laten liggen, die is dan wel vergaan als de paarden weer terugkomen op hetzelfde stuk. Zelfs bij uitmesten en verweiden is het aan te raden om paarden regelmatig te controleren op wormbesmettingen.
Water en een paardenpoel
Uitmesten is ook van belang voor een weide in of bij een natuurgebied. De mest kan anders met de regen naar andere gebieden stromen waar het een ongezonde invloed kan hebben op gevoelige ecosystemen. Mest bevat veel stoffen die een schadelijke invloed hebben op het bodemleven en de waterkwaliteit. Daarom is het ook van belang om drie meter vrij te houden tot de sloten.
Door de sloten een natuurlijke helling te geven en het gras lang te laten, krijgen watervogels, hazen, kikkers en salamanders een veilig leefgebied. Voor het welzijn van paarden is het echter bijzonder positief als ze ergens toegang hebben tot het water. Hiervoor kun je een poel aanleggen of een deel van de slootkant inrichten. Overleg vooraf met de gemeente wat is toegestaan. De meeste paarden houden ervan om - ook in de winter - te rollen in het water, of te drinken terwijl ze in het water gaan staan.
De natuur om en in je weide
Met meer variatie in de vegetatie rondom de weide creëer je natuurlijke schuilplekken tegen de wind en de zon. Bovendien vormen veel planten een gezonde aanvulling op het dieet van je paard. Let op: vermijdt giftige bomen zoals goudenregen, taxus, eikenbomen en esdoorns (helikopterzaadjes).
Kies voor: wilgen, linde, els, iep, haagbeuk, meidoorn, rozebottel, bramen en frambozen struiken. Ook appel- en perenbomen zijn geschikt, maar pas dan wel op dat de paarden niet teveel fruit eten, dat kan de darmflora verstoren.
Wil je meer nieuws en updates ontvangen? Schrijf je in voor de nieuwsbrief! Wil je weten hoe je jouw paard veilig introduceert in een nieuwe kudde? Download het stappenplan!