Onlangs ging ik samen met mijn dochter op zoek naar een nieuwe kat. Het uitzoeken van een huisdier is een leuk en spannend avontuur. Er komt veel bij kijken en de uitkomst is niet altijd hoe je het van te voren had bedacht...
Afscheid
Vorig jaar moesten we na ruim zeventien jaar afscheid nemen van onze lieve Sam en een paar jaar eerder al van onze andere kat Dopey. Beiden katten had ik geadopteerd in mijn studietijd. De een was een straatkat geweest, de ander gedumpt door de vorige eigenaar. Allebei schatten van katten, maar helaas niet meer met ons.
Zeker voor mijn zevenjarige dochter was het een groot gemis, die vaak gezellig met Sam op schoot naar het Klokhuis keek. Er volgde een serieus traject van rouw. Na enkele maanden was het tijd om het grote verdriet te doorbreken. Ikzelf miste ook de gezelligheid van een spinnende kat, dus we besloten als gezin dat er een nieuwe poes zou komen. Als dierenarts wilde ik er eigenlijk weer twee, zodat ze met een soortgenootje zouden opgroeien en zich op elkaar uit konden leven. Maar twee kittens, dat kreeg ik er bij mijn echtgenoot niet door. Mijn dochter was in de wolken: ze kreeg een nieuw maatje om samen het Klokhuis mee te kijken!
Op de boerderij
We gingen op zoek naar een leuk nest. Geen raskat, besloten we, die hebben vaak allerlei erfelijke gebreken. Het zou een fijne huis-tuin-en-keuken kitten worden. Via via belandden we bij Gerda, die op haar gezellige boerderij schapen, varkens, kippen een hond en ook een paar echte huiskatten heeft rondlopen. Op 15 april werden hier vijf kittens geboren. Eén kitten trok in het bijzonder onze aandacht, een wit poesje met vlekjes. Vanaf die tijd gingen we elke woensdagmiddag naar Gerda om de kittens te zien. En om naar de varkens te kijken, de rondscharrelende kippen te voeren en de lammetjes melk te geven. We hadden heerlijke middagen bij Gerda op het erf.
Ojee, een actieve kitten!
Eindelijk was het zo ver: Vlekneus, zo was de wit-gevlekte kitten inmiddels gedoopt, mocht mee naar huis. Netjes volgens alle dierenartsadviezen ontwormd, ontvlooid en al gewend aan de kattenvervoersmand. Maar mijn dochter was helemaal niet gewend aan een jonge speelse baby! Ze wilde een kat die bij haar op schoot zat als ze tv keek. Oh jee, dat hadden we vergeten te vertellen: oude katten liggen op schoot, jonge katten willen de hele dag spelen…
Na een paar flinke krassen leerde mijn dochter dat je niet met je handen moet spelen met een kat. En ja, de meeste katten hebben hun jachtgenen nog steeds. Bij gebrek aan muizen en nestgenoten joeg Vlekneus op ons. Ze verstopte zich onder het bed of de bank en hopsa, ze ving de langslopende (blote) benen.
Brownie de schootkat
Ik heb er hartelijk om gelachen, maar mijn dochter zat in no time onder de schaven en krabben. Ik wist natuurlijk wel een oplossing: met een andere kat in huis zou het jachtgedrag waarschijnlijk wel afnemen. Met wat gemor gaf mijn man dan toch maar toe aan een tweede kat. Mijn dochter was door het dolle heen! Maar dan nu wel een schootkat, was haar onverbiddelijke commentaar!
Dus gingen we terug naar Gerda en kozen we een rood-witte kitten, Brownie. Samen met Gerda heb ik veel tijd genomen voor de socialisatie. Hij lag iedere dag als een baby op schoot, terwijl hij langdurig werd geaaid. In de eerste weken hebben we een ware schootkat gecreëerd. Zo zie je maar, je kunt een kat echt wel iets leren! En de tijd die overblijft naast het genieten van een warme schoot, jagen Brownie en Vlekneus achter elkaar aan in de tuin. Iedereen blij.