Voordat de Nederlandse Vereniging van Varkenshouders en LTO Varkenshouderij eruit stapten, had de coalitie tegen TTIP/CETA acht boerenorganisaties als partner.
Volgens deze coalitie kennen de Verenigde Staten en Canada vrijwel geen standaarden voor dierenwelzijn. Daarnaast zijn de standaarden voor milieu, het gebruik van hormonen en pesticiden en de arbeidsomstandigheden veel lager dan in de Europese Unie. “Dit is onacceptabel en zeer ongewenst”, zegt Sieta van Keimpema, voorzitter van de Dutch Dairy Board.
Prima, dus ook de varkensboeren van NVV en LTO willen niet dat het dierenwelzijn en de natuur in Europa onder druk komt te staan door import van (nog) goedkoper varkensvlees. Hebben ze toch wat geleerd in de afgelopen decennia. Niet dus. NVV en LTO stapten deze week uit de coalitie die strijdt tegen TTIP/CETA, om hun eigen belangen beter te kunnen behartigen. En die belangen zijn financiële compensatie door de overheid. Anders gezegd, het kan ze geen zier schelen dat varkens in de VS en Canada slecht behandeld worden, dat enorme hoeveelheden mest het land aldaar bevuilen, dat slachterijen en veetransporteurs zich nauwelijks aan regels hoeven te houden, zolang de Nederlandse varkensboer maar financieel gecompenseerd wordt, mag iedereen zijn gang gaan.
De NVV schrijft huichelachtig op haar website: "NVV en LTO Varkenshouderij zijn tevreden over de acties die zijn uitgevoerd. Het doel van deze acties was om aandacht te vragen voor de negatieve gevolgen van TTIP en CETA voor de varkenssector. Dit is volgens NVV en LTO Varkenshouderij geslaagd. De volgende stap is om in te zetten op financiële compensatie." Het doel van de coalitie was helemaal niet het beschermen van de varkenshouderij, maar het beschermen van de Europese normen tegen lagere normen in de VS en Canada. Voor de hoop op een paar luizige centen verlaten de varkensboeren van NVV en LTO de coalitie, de dieren en het milieu en verliezen tevens hun recht van spreken in de toekomst.