Veel dekhengsten zijn eenzaam. En dat is niet alleen zielig, maar ook niet nodig. Want hoewel er veel redenen zijn om dekhengsten niet bij andere paarden te zetten, is het met de juiste voorbereidingen en omstandigheden zeker mogelijk.
Angst voor agressie
Veel eigenaren durven na het afspenen en de opfokfase hun hengst niet bij andere paarden te zetten. Zeker in het dekseizoen kan een hengst immers fel en agressief zijn. Maar juist ook lange eenzaamheid kan het dier onnodig gefrustreerd maken. Onderzoek heeft uitgewezen dat de angst voor agressie niet nodig is. Mits de voorwaarden goed zijn, is een groep hengsten niet agressiever dan een andere groep paarden.
Hengstveulens
Een hengstveulen wordt tussen de tien maanden en anderhalf jaar vruchtbaar en seksueel actief. Als je het dier jong gecastreerd merk je hier weinig van. De motivatie om te dekken is na de castratie binnen een paar maanden weg. Na een castratie blijft de dan zogenoemde ruin nog ongeveer zes weken vruchtbaar. In die periode zal hij soms nog willen dekken en kan hij veulens verwekken.
Oudere ruin
Soms komt het voor dat een oudere ruin nog merries wil dekken. Omdat een merrie dan mogelijk onnodig vaak gedekt wordt kan haar geslachtsorgaan ontstoken raken. Het is beter om dit nodeloos dekken te voorkomen. Zet een dekkende ruin daarom niet bij merries maar bij andere ruinen en/of hengsten.
Gepensioneerde hengsten
Als je hengst niet (meer) dekt, kan je castratie overwegen. Castratie zorgt er bij de meeste paarden voor dat het dier een rustiger karakter krijgt, waardoor het samen zetten met andere paarden veel gemakkelijker wordt.
Introductie
Als je hengst wel dekt, of je hem graag hengst wil laten, dan kost de introductie met andere paarden meer dan gemiddelde zorg en verantwoordelijkheid. Meer hengsten en ruinen bij elkaar, gaat vaak makkelijker dan met slechts twee dieren. In grotere kuddes kunnen de dieren een betere balans vinden in sociale contacten.
Stappenplan
Zorg voor je begint met stevige, hoge hekken en voldoende stroom op de draden. Ga bij de introductie met andere paarden rustig te werk. Samengevat zijn de stappen als volgt, maar wil je dit uitvoeren, lees dan het uitgebreide stappenplan of vraag hulp van een resocialisatie specialist.
Stap 1
Zorg voor een goed basis management. De paarden moeten dagelijks loslopen, voldoende ruimte hebben, continu ruwvoer kunnen knabbelen en zoveel mogelijk keuzevrijheid hebben.
Stap 2
Zet de paarden eerst in weides op afstand van elkaar. Een gangpad van 6 meter breed tussen de twee weides is meestal voldoende. Zo kunnen ze elkaar zien, maar nog niet aanraken. Laat ze veilig wennen aan elkaars gedrag door naar elkaar te kijken.
Stap 3
Maak het gangpad tussen de weides kleiner en wissel de paarden regelmatig om van weide. Zo kunnen ze elkaars terrein en geuren verkennen. Ga ook regelmatig met de paarden samen op stap; maak bijvoorbeeld een wandeling aan de hand over het terrein. Als de paarden op stal gaan, zet je ze in de boxen naast elkaar. Zorg dat ze elkaar dan kunnen zien en kunnen snuffelen. Zo help je een band te creëren tussen de paarden. Zeker niet doen: dichte zijmuren zonder tralies.
Stap 4
Als de paarden helemaal rustig naast elkaar staan en ze zich allebei ontspannen gedragen, kan je de tussendraad weghalen. Een weide met voldoende gras of hooi op meerdere plekken is belangrijk zodat er geen strijd is om voer. Doordat de weide nu twee keer zo groot is zullen de dieren elkaar makkelijk kunnen ontlopen. Omdat ze elkaar al gewend zijn, zal de fysieke kennismaking rustig gebeuren.
Bij twijfel?
Als je twijfelt of je hengst wel sociaal genoeg is voor de introductie kan je hem aan een longeerlijn meenemen bij het andere paard. Mochten ze dan wel gaan vechten kan je hem aan de lange lijn weer uit het weiland krijgen. Probeer dit echter van te voren in te schatten en te voorkomen door de rustige introductie.
Ben jij een paardenliefhebber en wil je op de hoogte blijven? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!