Pas op, nuance: tien redenen waarom het boerenprotest (on)terecht is

Boerenprotest

Boeren zijn boos. Vandaag rijden ze massaal naar het RIVM omdat ze het oneens zijn met de stikfstofberekeningen van dit wetenschappelijk instituut. Daarnaast trekken ook weer veel boeren op naar Den Haag. Om te voorkomen dat dit uit de hand loopt, zoals in Groningen waar de deur van het provinciehuis werd geforceerd, is zelfs het leger ingezet.

Hebben de boeren eigenlijk een punt?

Waarom wél een punt

  • De veehouderij is in tientallen jaren explosief gegroeid en de grenzen van wat houdbaar is zijn al lang overschreden. Daardoor worden boeren inderdaad met de ene na de andere nieuwe regel gedwongen tot allerlei investeringen en acties, terwijl die voor hen niets opleveren. 
  • Veel boeren verdienen weinig en maken lange dagen. Als ze dan ook nog eens merken dat ze nauwelijks waardering krijgen voor hun werk is het zeer begrijpelijk dat ze daar emotioneel op reageren. Niet alle boeren verdienen overigens weinig: 18 procent van de boeren is miljonair.
  • Onze overheid pretendeert een (lokale) kringlooplandbouw na te streven, maar sluit ondertussen handelsverdragen zoals Mercosur, TTIP en CETA, die ervoor zorgen dat goedkope producten van buiten Europa ons land binnen kunnen komen. Die producten zijn onder andere zo goedkoop omdat ze niet aan de Europese, iets strengere regels voor dierenwelzijn en milieu voldoen. Dat is valse concurrentie en daar zou iedereen boos over moeten zijn. 
  • De boeren hebben gelijk als ze zeggen dat de Nederlandse consument boter op het hoofd heeft. Veel consumenten zeggen waarde te hechten aan het dierenwelzijn van ‘productiedieren’ als varkens, koeien en kippen, maar blijken in de supermarkt toch voor goedkoop, keurmerkloos vlees te kiezen.
  • En ook belangrijk: in een goeie democratie mag je van je laten horen als je ergens voor staat. Gelukkig mag er dus gedemonstreerd worden. Zolang je dat binnen de regels doet.

Waarom geen punt

  • Het protest komt veel te laat. Al in de jaren '60, toen er nog kleinschalige landbouw was en de schaalvergroting nog moest beginnen, hadden boeren op kunnen komen voor de dieren (die toen vaak nog buiten leefden), voor de grond (die toen nog niet overbemest en vervuild was) voor de biodiversiteit, en voor elkaar (toen je nog kon leven van een klein bedrijf met kleine aantallen dieren). Deels hebben boeren de huidige impasse aan zichzelf en hun voorgangers te danken.
  • Roepen dat boeren niet de oorzaak zijn van het stikstofprobleem is domweg niet waar. De veehouderij is verantwoordelijk voor 70 procent van de Nederlandse stikstofuitstoot. Dat komt vooral door de ammoniak die vrijkomt uit mest van koeien, kippen en varkens. Heus, niet alléén boeren moeten stikstof minderen. Maar wat grotendeels jullie probleem is, vraagt ook grotendeels jullie oplossing.
  • De roep ‘zonder boeren geen eten’ is volstrekt uit zijn verband gerukt. Ja, we hebben boeren nodig en waarderen het dat jullie ons voedsel maken. Maar Nederland exporteert ongeveer 80% van wat er hier gemaakt wordt naar het buitenland. Als we alleen produceerden wat Nederlanders nodig hebben, en misschien een heel klein beetje meer, dan zou de Nederlandse grond en natuur dat prima aankunnen.
  • “Wij moeten de wereld voeden”, wordt vaak gehoord. Dat is walgelijk. Nederland voedt de wereld niet. Kleinschalige backyard farms voeden de wereld! Tot wij ze helemaal dood concurreren met onze bulkproductie en restproducten zoals goedkope uitgelegde legkippen, varkenspoten en enorme melkpoederbergen. Onze megalomanie leidt tot valse concurrentie en daardoor armoede in derdewereldlanden. Het ontneemt kleine boeren elders hun levensonderhoud.
  • De roep dat de boer in de steek gelaten wordt door zowel de burger als de politiek berust niet op feiten. Uit peilingen blijkt dat een ruime meerderheid van de samenleving achter de boer staat. Daarnaast is de boerenlobby enorm goed vertegenwoordigd in Den Haag. CDA, VVD, ChristenUnie en SGP nemen het sinds jaar en dag op voor de agrarische sector. Ook vergeten de boeren in hun betoog de enorme landbouwsubsidies die ze ontvangen. Alleen aan directe inkomenssteun krijgen zo’n 45.000 Nederlandse boeren jaarlijks ongeveer 725 miljoen euro Europese landbouwsubsidie uitgekeerd. Dat is gemiddeld meer dan 16.000 euro per boerenbedrijf. Sikkom rekende uit dat de boer die de deur van het Groningse provinciehuis forceerde afgelopen jaar ruim 120.000 euro aan subsidies binnensleepte.

Heb jij je al ingeschreven op onze nieuwsbrief?

Deel dit artikel
Frederieke Schouten

Als veearts werkte ik zeven jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met structurele misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.