Bovenste luchtweg syndroom / Upper airway syndrome
Beschrijving
Bij bovenste luchtweg syndroom (ofwel upper airway syndrome) zijn honden benauwd. Dat komt door een vernauwde en/of slappe larynx (strottenhoofd). In een aantal gevallen is ook het gehemelte te lang. De larynx is de overgang van keel naar luchtpijp. Als de larynx te slap of te nauw is, kan lucht niet goed passeren en dat leidt tot allerlei problemen. Honden met deze aandoening hebben moeite met ademhalen. Dat hoor je door een snurkende of raspende ademhaling. Verder kunnen ze niet goed tegen hitte en hebben ze een slechte conditie. Als dieren te benauwd raken of oververhit, kunnen ze plots overlijden. Deze aandoening lijkt qua symptomen erg op brachycefaal obstructief syndroom (BOS). Dit komt voornamelijk voor bij kortsnuitige honden. Alleen hebben honden met bovenste luchtweg syndroom geen te korte snuit.
Een van de rassen waarbij het syndroom uitgebreid is beschreven, is de Norwich terriër. Bij deze hond wordt de aandoening NTUAS genoemd. Dit is de afkorting voor Norwich terriër upper airway syndrome.
Diagnose
De dierenarts stelt de definitieve diagnose met een volledig onderzoek van de bovenste luchtwegen. Dat gebeurt onder narcose via een inspectie van het strottenhoofd, de keel en de luchtpijp.
Behandeling
Soms kan een operatie verlichting bieden, maar lang niet altijd.
Deze aandoening komt voor bij de volgende rassen: