Dier&Recht gaat onvermoeibaar door met het voeren van rechtszaken tegen fokkers van honden met afgesloten neusgaten en een te korte snuit. Vrijdag 19 oktober vond een zitting plaats in het hoofdkantoor van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) te Utrecht. Dier&Recht werd daarbij op belangrijke punten in het gelijk gesteld.
De eis van Dier&Recht
Dier&Recht eist dat de NVWA fokkers gaat controleren op het naleven van artikel 3.4 Besluit houders van dieren. Dit artikel verbiedt het fokken met gezelschapsdieren op een wijze die nadelig is voor het welzijn of de gezondheid van het ouderdier of de nakomelingen. Franse Bulldogs worden vaak gefokt met een afgesloten neus en een zeer korte snuit, waardoor de dieren een grote kans hebben op brachycephaal obstructief syndroom (BOS). Deze honden zijn vaak erg benauwd en raken snel oververhit bij lichte inspanning. Bovendien geven dieren met zo’n uiterlijk deze ziekelijke eigenschappen door aan hun pups die dan ook weer een zeer groot risico hebben op BOS.
Verdediging fokkers
De verdediging van de fokkers stelde dat Dier&Recht tegen rashonden in het algemeen is. De door ons genoemde misstanden zouden vooral veroorzaakt worden door fokkers van look-alikes (rashonden zonder stamboom). De rasvereniging hanteert volgens haar strenge regels voor het fokken van Franse Bulldogs. Ze merkte ook op dat de meeste fokdieren van de aangeklaagde fokkers al geboren waren voor het intreden van artikel 3.4, Besluit houders van dieren. Deze wet trad in juli 2014 in werking.
Eigen verantwoordelijkheid fokkers
Dier&Recht is niet tegen rashonden, maar wel tegen het fokken van zieke (ras)honden. Fokkers hebben een eigen verantwoordelijkheid om gezonde honden te fokken, die staat los van de fokreglementen van een vereniging en van de rasstandaard. Bovendien valt het wel mee met die strenge regels van de rasvereniging. Het verplichte luchtwegonderzoek van de rasvereniging bestaat uit 500 meter wandelen in zes minuten. Deze test zegt natuurlijk niets over het uithoudingsvermogen van een hond. Om de kans op BOS te verkleinen, dienen fokdieren open neuzen te hebben en een snuitlengte die aanmerkelijk langer dan een zesde van de kop. Dat is wetenschappelijk onderzocht aan de Universiteit van Cambridge.
Uitspraak NVWA
De NVWA stelde vast dat kortsnuitige honden inderdaad een hoger risico hebben op BOS. Fokkers hebben een inspanningsverplichting om zoveel mogelijk te voorkomen dat nakomelingen van fokdieren hieraan lijden. Als er nu wordt gefokt met dieren die vóór 2014 zijn geboren, moet er nog steeds voldaan worden aan artikel 3.4 van Besluit Houders van dieren. De NVWA gaat de betreffende fokkers hierop controleren. Dit zijn stappen in de goede richting! Een definitieve uitspraak volgt binnenkort.
Wil je op de hoogte blijven van onze rechtszaken tegen dierenleed? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!