Op 29 september 2019 bracht de Raad voor Dieraangelegenheden het rapport ‘Staat van het Dier’ uit. Deze Raad is een onafhankelijk adviesorgaan van de regering. Een van zijn conclusies: het gezelschapsdier wordt steeds meer als een gelijke beschouwd. Deze ontwikkeling heeft over het algemeen een positief effect op het welzijn van de dieren, maar er zijn ook schaduwzijden.
Nauwe band met huisdieren
In het rapport, dat bestemd is voor minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), constateert de Raad dat de band tussen mens en dier steeds hechter wordt. Huisdieren worden steeds vaker gezien als een gezinslid. Die versterkte relatie, waarbij het dier steeds meer een gelijke wordt, is goed voor zowel mens als dier. Maar de vermenselijking van dieren brengt ook risico’s met zich mee.
Dieronwaardige modegrillen
Soms leidt het vertroetelen van onze huisdieren tot modegrillen die dieronwaardig zijn. De Raad noemt het fokken op extreme uiterlijke kenmerken, en stelt vast dat reclames en films waarin kortsnuitige honden figureren in een mensachtige rol dan ook niet zo onschuldig zijn als ze lijken.
“Het brede ronde gezicht en de gedrongen bouw van deze honden roepen sterke gevoelens van vertedering op – deze kenmerken stimuleren de relationele spiegelneuronen in onze hersenen. Maar hondenrassen zoals de Mopshond en de Franse Bulldog lijden ernstig onder deze uiterlijke kenmerken. Zij hebben vaak chronische ademnood omdat hun korte snuit de luchtwegen blokkeert. En de gedrongen bouw en het brede hoofd veroorzaken ook ernstige gezondheidsproblemen.”
Passie weegt zwaarder dan erfelijke aandoeningen
De Raad constateert dat eigenaren rasgebonden, erfelijke gezondheids- en welzijnsproblemen vaak als ‘normaal’ en ‘typisch voor het ras’ zien. Zo blijkt bijna 95 procent van de eigenaren van ‘risicovolle’ honden – honden met meer dan gemiddeld rasgebonden gezondheidsproblemen – het ras opnieuw te willen aanschaffen, ondanks dat ze zich bewust zijn van de risico’s en kosten.
Voor deze mensen weegt de passie voor een bepaald type hond dus zwaarder dan de problemen van het ras. Traditionele voorlichting heeft dan ook weinig effect op deze groep, stelt de Raad vast.
Baasjes ontkennen gezondheidsproblemen
Mensen zijn vaak wel op de hoogte van gezondheids- en welzijnsproblemen bij bepaalde rassen. Maar, zo schrijft de Raad, “Op het cruciale moment dat het besluit valt om een specifiek dier aan te schaffen, dreigt kennis te worden geparkeerd en volgen mensen hun hart en de mode.” Maar het doorfokken op uiterlijke eigenschappen die in de smaak vallen, zoals een korte snuit of een kleine kop, leidt voor het dier vaak tot levenslange gezondheidsproblemen.
Nederlanders ontkennen het liever als hun dierbare huisgenoten onvoldoende kwaliteit van leven hebben, aldus het rapport. “Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden, maar het is niet te rechtvaardigen als mensen dat voor dieren besluiten.”
Met de Rashondenwijzer en Raskattenwijzer strijdt Dier&Recht al jaren tegen de misstanden in de rasfokkerij. Help jij ons de dieren te helpen?