Het Tijdschrift voor Diergeneeskunde besteedt deze maand uitgebreid aandacht aan een onderzoek naar zieke rashonden. Uit deze studie, een initiatief van een aantal dierenartsen in samenwerking met Dier&Recht, blijkt dat maar liefst 40% van de rashonden aan een erfelijke aandoening lijdt.
Vaak, zo meldt het tijdschrift, hebben de dieren meerdere aandoeningen. Van sommige rassen is bovendien 60-70% ziek. De mopshond spant de kroon: 77,8% van deze honden heeft een erfelijke aandoening.
Voor dierenartsen zal dit onderzoek vooral de dagelijkse praktijk bevestigen; het is bij hen immers al jaren bekend dat rashonden ziek gefokt worden. De KNMvD, de maatschappij voor diergeneeskunde, nam in 2010 al het standpunt in dat fokken op uiterlijke kenmerken onacceptabel is, omdat het vaak gepaard gaat met erfelijke ziektes. Sinds 2014 is het zelfs wettelijk verboden om te fokken op schadelijke uiterlijke kenmerken. Helaas wordt deze wet nauwelijks gehandhaafd.
Uitzichtloos
De resultaten van het Nederlandse onderzoek komen overeen met wereldwijde studies en tonen aan dat – in tegenstelling tot wat fokkers en de Raad van Beheer zeggen – de situatie van de Nederlandse rashond net zo uitzichtloos is als in de rest van de wereld. Daarnaast blijkt uit het onderzoek ook dat stamboomhonden nog vaker aandoeningen hebben dan de look-a-likes (43 procent versus 35 procent). De claim van fokkers en de raad van beheer dat het verstandig is om een hond met een stamboom te kopen is dus volkomen onterecht.
Laten we hopen dat de hernieuwde aandacht onder dierenartsen er toe leidt dat de voorlichting aan hondenbezitters er op vooruit gaat. Want al is het hondje nog zo schattig, er is toch niemand die (opnieuw) bewust kiest voor een dier dat 77,8% kans heeft op een leven vol misère?