Bijna honderd Gelderse kalverhouders hebben zich aangemeld voor een vrijwillige opkoopregeling voor hun bedrijf. Met de regeling wil de provincie Gelderland de stikstofuitstoot door grote vervuilers op de Veluwe verminderen. Kalverhouders die zich laten uitkopen, kunnen echter op een andere plek gewoon een nieuw (lees: groter) kalverbedrijf opstarten. De provinciale regeling zorgt hierdoor op de korte termijn misschien voor minder lokale stikstofuitstoot, maar biedt op de lange termijn geen garantie voor minder dierenleed.
Gelderse kalverhouders maken geen geheim van het feit dat ze van plan zijn met het geld op een andere plek nóg meer kalfjes te houden. “Je moet als bedrijf groeien, maar hier kan dat niet meer. En stilstand is achteruitgang”, zo vertelt een van de kalverhouders aan Nieuwsuur.
Provinciale opkoopregeling is een initiatief van de kalversector
Het verbaast dan ook niet dat de provinciale opkoopregeling, waar Gelderland twintig miljoen euro belastinggeld voor heeft uitgetrokken, een initiatief is van de kalversector zelf. Vanwege de coronacrisis is de vraag naar kalfsvlees sterk afgenomen, waardoor het houden van kalfjes de boeren tijdelijk minder geld oplevert. De regeling biedt kalverhouders de mogelijkheid een doorstart te maken wanneer er na de crisis weer meer te verdienen valt.
Omdat met de twintig miljoen euro maar twaalf kalverhouders kunnen worden uitgekocht, is Gelderland van plan extra geld te vragen bij het Rijk. Dat is opvallend, want het kabinet heeft al 350 miljoen euro beschikbaar gesteld aan de provincies in het kader van de ‘landelijke regeling gerichte opkoop veehouderijen'.
Landelijke opkoopregeling sluit doorstart wél uit
Deze landelijke regeling is net als de Gelderse opkoopregeling op vrijwillige basis en gericht op grote vervuilers in de buurt van natuurgebieden. Het verschil? De landelijke regeling zorgt er wél voor dat kalverhouders hun vervuilende activiteiten niet ergens anders kunnen voortzetten. Veehouders moeten er namelijk voor tekenen geen doorstart te maken op een andere plek.
Ontbreken van kalverrechten is het echte probleem
Dat de opkoopregeling van de provincie Gelderland op de lange termijn zelfs kan leiden tot een grotere kalversector legt het echte probleem bloot: het ontbreken van productierechten voor de kalverhouderij. Productierechten zorgen ervoor dat een boer per jaar niet meer dieren mag houden dan het aantal rechten dat hij heeft.
In tegenstelling tot de melkvee-, pluimvee- en varkenssector hoeven kalverhouders geen rechten te kopen voor hun dieren. Hierdoor kon deze zeer dieronvriendelijke sector jarenlang blijven groeien. Dier&Recht pleit voor de invoering van kalverrechten en riep minister Schouten al eind 2019 in een brandbrief op de kalversector aan banden te leggen.
Er zijn hoopgevende signalen dat deze groei door corona en strengere emissieregels voorlopig is afgeremd. Maar uiteindelijk kan alleen de invoer van een systeem met kalverrechten een maximum stellen aan het aantal vleeskalveren dat in Nederland mag worden gehouden.
Vind jij ook dat kalfjes recht hebben op een waardig leven zonder pijn? Steun onze strijd tegen de kalverhouderij met een maandelijkse donatie!