Wat jammer! Op de Algemene Ledenvergadering (ALV) van Vereniging De Drentsche Patrijshond van 15 juni jongstleden is een voorstel voor een kleine verbetering van de hoge inteelt bij dit ras weggestemd. De vereniging heeft als doelstelling ‘het gezond houden van het ras’ en ‘het bestrijden van inteelt’. Het is pijnlijk duidelijk geworden dat dit loze kreten zijn.
Vorig jaar vroeg Dier&Recht aandacht voor de torenhoge inteelt bij de Drentsche Patrijshond en voor de 12% van de Drenten die lijdt aan erfelijke epilepsie. Uit die tijd stamt het voorstel waar nu over gestemd is.
Het voorstel gedaan op de ALV hield in dat de norm om te fokken een inteeltcoëfficiënt van 22% of lager zou worden. Oftewel met twee ouderdieren, die een verwantschap van 44% hebben, mag dan niet meer gefokt worden. Dat is een verwantschap die aardig in de buurt komt van die tussen broer en zus (50%). Hoe kan het dat de leden hier niet volmondig ja op hebben gezegd?
Uiteraard kun je inteeltproblemen niet oplossen met één enkele regel in het fokreglement, dit moet in samenwerking met een goed beleid gebeuren, maar het aannemen van dit voorstel zou tenminste bewijzen dat men samen dit probleem te lijf wil gaan.
Nu is er deze week binnen de rasvereniging nogal wat commotie ontstaan en daarom heeft het bestuur dit onderwerp weer op de agenda van hun volgende vergadering gezet. Dat is op 10 juli. Wij raden het bestuur aan op die vergadering een geneticus een lezing te laten geven over de gevolgen van inteelt voor het ras en voor de gezondheid van de honden. En we raden aan om daarna voor een structurele aanpak te kiezen. 1 op de 8 Drentsche Patrijshonden met epilepsie is veel te veel en is in strijd met de principes van zorgvuldig fokken.