Het einde van de regeringsperiode van VVD en PvdA komt in zicht en het wordt blijkbaar tijd om nog lopende zaken af te schieten. Afgelopen dinsdag werd een grote verzameling mooie initiatieven om het welzijn van dieren te verbeteren in één zwiep van de politieke tafel geveegd. Een grote teleurstelling voor alle partijen die zich de afgelopen vier jaar hebben ingezet voor de dieren.
Tijdens het plenair debat op dinsdagmiddag was het tijd om te stemmen over veel moties die soms al jaren op de plank lagen. Tientallen daarvan handelden over dierenwelzijn: zo werd er bijvoorbeeld gestemd over het verstrekken van schoon en droog stro in de veehouderij, over een verbod op het castreren van varkens, over een plofkipverbod en over stoppen met fokken op hoge aantallen biggen en extra spenen bij zeugen. Er werd ook gestemd over een verbod op de verkoop van honden en katten in dierenwinkels en over de beëindiging van het fokken van rashonden met extreme uiterlijke kenmerken. Kortom, veel zaken waar wij en andere dierenwelzijnsorganisaties met de steun van onze donateurs, volgers en vrijwilligers de afgelopen jaren voor geijverd hebben. De uitkomst: alle moties zijn verworpen.
Het is een uitermate teleurstellend resultaat. Blijkbaar wordt zelfs de kleinste vooruitgang de dieren niet gegund door Den Haag. Partijen als de SP, PvdD, Groen Links en D66 en toch ook vaak de PVV en de 50plus partij, die zich aan de kant van de dieren schaarden, hebben bij elkaar te weinig Kamerzetels om dierenwelzijn af te dwingen. Het is met name een schande dat de PvdA, de partij van onze landbouwsecretaris van Dam, tegen alle moties stemde.