Vanwege de door de coronacrisis verminderde vraag heeft eendenslachterij Tomassen Duck-To eind maart besloten de eendenhouderij tijdelijk stil te leggen en financiële steun aan te vragen bij het ministerie van LNV. Fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren Esther Ouwehand heeft minister Schouten daarop gevraagd de eendensector alleen financieel te ondersteunen als deze daarna definitief wordt stilgelegd. De eendenhouderij is namelijk niet alleen extreem dieronvriendelijk, maar vanwege de kans op een vogelgriepuitbraak ook een groot gevaar voor de volksgezondheid.
Voor veel Nederlanders zal het feit dat er in ons land eenden worden gehouden al als een verrassing komen. Niet alleen zijn de dieren uit het zicht weggestopt in dichte, donkere stallen, ook wordt er in Nederland nauwelijks eendenvlees gegeten. De productie is dan ook bijna volledig bestemd voor de export. Vanwege het uitblijven van verbeteringen in dierenwelzijn en een groot risico op een uitbraak van zoönosen, heeft de eendenhouderij haar bestaansrecht nu definitief verloren.
Eenden gevoeliger dan kippen voor vogelgriepvirus
Terwijl de hele wereld op dit moment de vreselijke gevolgen van de corona-uitbraak ervaart, blijft de eendenhouderij naast dierenlevens ook mensenlevens op het spel zetten. Uit onderzoek van Arjan Stegeman, hoogleraar epidemiologie aan de Universiteit Utrecht, bleek eerder al dat eenden veel gevoeliger zijn dan kippen voor het vogelgriepvirus.
Sommige gevaarlijke varianten van de vogelgriep zijn overdraagbaar van dier op mens en vormen een risico voor de volksgezondheid. Er wordt gevreesd dat het virus zodanig kan veranderen dat het ook makkelijker van mens op mens kan overgaan. En de dreiging is actueel. Zo geldt op dit moment in meerdere Europese landen, waaronder Nederland, voor pluimveehouders een ophokplicht om een grootschalige uitbraak van vogelgriep te voorkomen.
Als het land met de hoogste veedichtheid van Europa is de kans op een nieuwe uitbraak hier groot. Het is geen toeval dat de twee grootste uitbraken van ziekten uit de intensieve veehouderij in Europa, de vogelgriep uit 2003 en Q-koortuitbraak vanaf 2007, in Nederland ontstonden. Uit recent onderzoek van De Groene Amsterdammer blijkt dat hoewel ons land zeer kwetsbaar is voor zoönosen landbouwbelangen nog altijd zwaarder wegen dan de volksgezondheid.
Eendenhouderij kampioen dieronvriendelijkheid
Dit gevaar komt bovenop de bestaande problematiek van een sector waarin het houden, transporteren en slachten van eenden op extreem dieronvriendelijke wijze gebeurt. De dieren worden opeengepakt gehouden in dichte stallen en zien hun hele leven geen zwemwater. Watervogels de kans ontnemen hun zwemvliezen te gebruiken is volstrekt onacceptabel. Daarom riepen we de politiek al in 2018 op zwemwater in de eendenhouderij verplicht te stellen.
In datzelfde jaar maakte schokkende beelden van Animal Rights duidelijk dat de sector massaal overtredingen begaat. De kwetsbare dieren worden aan één vleugel opgetild, in kratten gesmeten en soms zelfs tegen de muur doodgeslagen. Ook bleek slachterij Tomassen Duck-To jarenlang de wet te hebben overtreden door meer eenden te slachten dan toegestaan.
Daarnaast wijst Ouwehand in de Kamervragen op het feit dat de eendenslachterij al sinds 2016 niet beschikt over een geldige natuurvergunning. Hoog tijd dus dat de eendenhouderij voor eens en altijd haar deuren sluit.
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws en onze acties voor de dieren? Schrijf je in voor de nieuwsbrief zodat je de dieren kunt helpen!