Dat bij rashonden veel inteelt voorkomt, is inmiddels genoegzaam bekend. Maar dat het bij Golden Retrievers, Schotse Collie’s en Dalmatiërs zó erg was, daar schrikken we toch weer van.
Golden Retrievers
De Universiteit van Wageningen heeft recent onderzoek gedaan naar inteelt bij de Nederlandse populatie van Golden Retrievers. Het resultaat van dit onderzoek is verontrustend te noemen.
In het algemeen: binnen een gesloten populatie neemt de inteelt stapsgewijs toe; er komt immers geen ‘vers bloed’ de populatie binnen. Hoe hoger de verwantschap tussen de dieren binnen de populatie, hoe hoger de inteelttoename, en hoe meer kans er is op erfelijke aandoeningen en het uitsterven van het ras (zie tabel). Een inteelttoename van meer dan 0,5% per generatie wordt gezien als (onaanvaardbaar) hoog.
In onderstaande grafiek uit het onderzoek naar inteelt bij de Golden Retriever is duidelijk te zien dat de inteelttoename in veel generaties gevaarlijk hoog is. De mate van verwantschap tussen ouderparen (de witte stippen) en de mate van inteelt bij de pups (de zwarte stippen) nemen bovendien beide continu toe.
De toename in de periode 1982 – 1992 spant de kroon, maar ook in de latere periodes is de stijging onverantwoord. De gemiddelde inteelttoename per generatie is 0,94%: onverantwoord hoog, dus. De Golden Retrievers worden dus steeds meer verwant aan elkaar. In 2012 is de gemiddelde verwantschap zelfs groter dan tussen opa en zijn kleindochter, wat grote gevolgen zal hebben voor de gezondheid van het ras. Aangenomen mag worden dat wereldwijd sprake is van hetzelfde beeld.
Grafiek uit Genetic management of Dutch golden retriever dogs with a simulation tool, J.J. Windig & K. Oldenbroek, 2015.
Schotse Collie
Ook bij de Schotse Collie neemt de inteelt zo hard toe dat het hondenras vrijwel ten dode is opgeschreven. De rasvereniging heeft in samenwerking met de Wageningen Universiteit onderzoek gedaan en komt tot vrij schokkende conclusies.
Rond 1975 was er namelijk nog minder dan 10% inteelt binnen de populatie Schotse Collies, maar in 1999 was dit al gestegen tot 25%. Dat komt neer op een inteelttoename van 2,8% per generatie. Zoals in voorgaande tabel te zien is, leidt zo’n grote inteelttoename tot een opeenstapeling van erfelijke aandoeningen, een verminderde vitaliteit en een verminderde vruchtbaarheid. Dit laatste leidt uiteindelijk tot het uitsterven van het ras.
Ondanks dat de inteelttoename de afgelopen 10 jaar gestabiliseerd lijkt te zijn, is de huidige toestand van dit hondenras zeer zorgwekkend. De rasvereniging heeft toegezegd te gaan werken aan een adviserend beleid voor een beter genetisch beheer van het ras. Wat een beetje laat is, en een beetje weinig.
Bron: http://schotseherdervrienden.nl/gezondheid/fokkerij/onderzoek-universite...
Dalmatiërs
Recent onderzoek laat zien dat bijna 20% van de Dalmatiërs aan één of beide oren doof is als gevolg van een erfelijk gebrek. Dat betekent dat een veelvoud van de raszuivere Dalmatiërs erfelijk belast is.
Bij een aantal rassen, zoals bij de Dalmatiër, bestaat er een relatie tussen doofheid en de kleur van de vacht. Doofheid die samenhangt met de vachtkleur, ontstaat vermoedelijk door een afwezigheid van bepaalde cellen in het middenoor, waardoor op de leeftijd van circa vier weken de bloedtoevoer verminderd is en het gehoor wordt aangetast.
Als een hond aan beide oren doof is, kan hij een gevaar vormen voor de omgeving. Het dier kan buiten bovendien niet meer los gelaten worden, omdat hij het aanstormend verkeer of de verbale commando’s van zijn baas niet kan horen. De Universiteit Utrecht beoordeelt doofheid als een ernstige aandoening; het welzijn of de integriteit van de hond is in ernstige mate aangetast.
Naast doofheid kent de Dalmatiër nog tenminste 22 erfelijke aandoeningen. Ook bij dit ras is de kans klein dat er nog honden zonder erfelijke afwijkingen zijn. De Raad van Beheer raadt af om met honden die eenzijdig of tweezijdig doof zijn te fokken, maar verbiedt het niet en verstrekt gewoon stambomen, ook als de ouderdieren beide stokdoof zijn.
Bron: Asher, L., Diesel, G., Summers, J.F., McGreevy, P.D., Collins, L.M., 2009, Inherited defects in pedigree dogs. Part 1: Disorders related to breed standards. The Veterinary Journal 182, 402-411