Misstand
In de paardensport worden paarden tot het uiterste gedreven, ze worden terecht vergeleken met topatleten. Achter het glamoureuze imago van de paardensport schuilt een wereld vol dierenleed. De paarden worden jarenlang getraind onder druk van dwang en pijn. Dwangmiddelen zoals een bit vormen een ernstige aantasting op het dierenwelzijn.
Het bit als dwangmiddel leidt tot dierenleed
Bij het berijden van een paard maken ruiters gebruik van een bit, een metalen mondstuk met teugels om te sturen. De mond van het paard wordt dichtgesnoerd met een riem om de neus.
De paardenmond is bijzonder gevoelig en slecht bestand tegen het bit. Onderzoek toont aan dat maar liefst 83 procent van de sportpaarden één of meerdere verwondingen aan de mond heeft als gevolg van een bit. Op wedstrijden zien we regelmatig bloedende monden, maar ook als er geen bloed vloeit, veroorzaakt het bit al stress en pijn.
Een bit past niet zomaar in de paardenmond, er worden kiezen getrokken en tanden afgevijld om ruimte te maken. Deze onnodige ingrepen zijn belastend voor het dier.
Pijnsignalen worden niet herkend
Ruiters onderschatten structureel hoe hard ze aan de teugels trekken, en hoe veel pijn dit veroorzaakt bij het paard. Ook zijn ze zich vaak onbewust van de verwondingen in de mond van hun paard. Maar als je weet waar je op moet letten, dan is het duidelijk dat het paard last heeft van het bit. Zo tonen paarden pijn door hun mond te openen, het hoofd te schudden, hun neus op te trekken, de nek te verstarren, hun ogen te draaien en met hun staart te zwiepen.
Als je een paard z’n gang laat gaan, dan kiest hij niet voor topsport. Dan traint hij niet elke dag om steeds sneller over steeds hogere hindernissen te springen. Of om in steeds extremere dressuurhoudingen te kunnen lopen. Dan doet hij niet z’n uiterste best om een wedstrijd te winnen. Als je topsport wilt beoefenen met een paard, dan moet je het dier hiertoe dwingen. Paardensport kan niet bestaan zonder dierenleed.