De dwelf is een kruising tussen de bambino sphynx en de American curl. De bambino sphynx is op zijn beurt een kruising tussen de de munchkin en de sphynx. Van beide kattenrassen zijn juist de meest ziekmakendde eigenschappen overgenomen, namelijk de korte poten en de kaalheid. Terecht is er in Nederland geen erkenning (mogelijk) van dit ras, bij geen enkele organisatie. Door zijn onnatuurlijke uiterlijke kenmerken is de dwelf niet in staat tot normaal kattengedrag. Toch zijn er voor deze dieren heel specifieke kattenliefhebbers te vinden.
De beschermende vacht ontbreekt
De dwelf heeft geen haar. Door de kaalheid kan de kat niet zomaar naar buiten. De huid raakt snel beschadigd en de kans op zonnebrand is groot. In de winter lijdt hij vaak kou doordat hij geen vacht heeft. Verder hebben veel dwelven last van gistinfecties op de huid.
Ontbreken van snorharen en tastharen
Katten hebben snorharen en tastharen. Tastharen zitten rond de ogen en de oren, en bij de poten. Snorharen en tastharen spelen een grote rol bij de zintuiglijke waarneming. De dwelf heeft zowel geen snorharen als tastharen. Hierdoor ontbreekt een essentieel deel van de zintuiglijke waarneming. Door het fokken op haarloosheid is de dwelf bewust voor een deel 'blind' gemaakt.
Zijn gebrekkige zintuiglijke waarneming maakt dat hij erg beperkt is in zijn bewegingen. Zo kan hij minder goed spelen dan gewone katten. Ook is hij sociaal gehandicapt: snorharen maken deel uit van de lichaamstaal van katten. Het dagelijks leven van een dwelf wordt gekenmerkt door ongerief, ongemak en onzekerheid.
De gekrulde oren
De naar achteren gekrulde oren zijn het gevolg van een mutatie. Het kraakbeen van de oren is stug waardoor de oren veel minder flexibel zijn. Normale kattenoren kunnen soepel bewegen en van alle kanten geluid opvangen. De dwelf is door de onbeweeglijkheid van zijn oren enorm beperkt in de zintuiglijke waarneming.
Problemen door de korte poten
Ook de korte poten beperken de kat in zijn bewegingen. Hij kan niet goed springen en heeft een onhandig waggelend loopje. Jacht- en speelgedrag worden hierdoor belemmerd. De onnatuurlijke manier van lopen zorgt voor extreem veel spiermassa tussen de schouderbladen. De ruggengraat wordt daardoor naar binnen gedrukt, wat bij een deel van de katten leidt tot een scheve ruggengraat. Door de druk van de wervelkolom ontstaat vervolgens een afplatting van de luchtpijp, waardoor de longcapaciteit sterk afneemt. De katten kunnen hier ernstig benauwd van worden. De afwijkende vorm van de ruggengraat geeft ook nek- en rugpijn.
Andere medische aandoeningen door de te korte poten kunnen zijn: losse knieschijven, snelle gewrichtsslijtage en nek- en rughernia’s.
Sterfte onder kittens
De dwelf heeft een hogere kittensterfte dan katten met haar. Fokkers denken dat dit komt doordat de kale kittens meer moeite hebben om hun lichaamstemperatuur te regelen. Daarnaast komt het doodliggen van de kittens door de moederpoes vaker voor. Als oorzaak hiervan wordt de stroefheid van de vachtloze huid genoemd, die – samen met de korte pootjes – maakt dat de kittens niet makkelijk weg kunnen kruipen.
Conclusie
De dwelf lijdt door zijn extreme uiterlijk. Door dit uiterlijk zijn de intrinsieke waarde, het welzijn en de gezondheid van het dier aangetast. De dwelf is opzettelijk invalide gemaakt. In het rapport van de Universiteit Utrecht lees je meer.