Een afname van de consumptie van voedsel van dierlijke oorsprong kan zeker een bijdrage leveren aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Dat schrijft Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), in een brief aan de Tweede Kamer.
Schouten reageert in haar brief op uitlatingen van Jos Goebbels, voorzitter van COV, de brancheorganisatie van de vleesindustrie. In een artikel met de kop ‘Minder vlees eten om klimaat te redden berust op een misverstand’, betoogt Goebbels dat het te simpel is om te stellen dat vlees minderen en meer plantaardige eiwitten eten, helpt om de doelstellingen van Parijs te halen. Veel gronden die gebruikt worden voor vee of veevoer zouden niet geschikt zijn voor het produceren van andere gewassen, rundvlees zou in Nederland vooral bijproduct zijn van de zuivelindustrie zijn, en varkens zouden al sterk circulair zijn omdat zij reststromen opeten die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie.
Hoewel Schouten meent dat dit valide argumenten zijn, geeft zij ook aan dat dit niet wegneemt dat de productie van voedsel gepaard gaat met aanzienlijke emissies van broeikasgassen en dat dierlijke producten daarvan een groot deel voor hun rekening nemen. “Een afname van de consumptie van voedsel van dierlijke oorsprong kan daarom zeker een bijdrage leveren aan het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen,’ aldus Schouten.
Wij vinden het goed dat de minister dit erkent en hopen dat dit betekent dat zij hier rekening mee zal houden in haar plannen voor de sector. Dit zou aansluiten bij het recent gepubliceerde advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur: de Nederlandse veestapel zal de komende jaren fors moeten krimpen om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Consumenten moeten een bijdrage leveren door minder vlees en zuivel te consumeren en het kabinet moet maatregelen nemen om deze krimp tot stand te brengen.