Rashonden zijn in het verleden ontstaan doordat ze gefokt werden voor specifieke taken. Zo zijn er jachthonden, waakhonden en herdershonden. Tegenwoordig worden honden vooral gefokt als gezelschapsdier en voor tentoonstellingen. Bij hun uiterlijk speelt mode een grote rol.
Extreem
Rashonden van nu wijken sterk af van hun vroege voorouders. Hun uiterlijk is alsmaar extremer geworden en dat leidt tot lichamelijke klachten. Bijvoorbeeld omdat ze veel te groot zijn, zoals de Duitse Dog, of juist veel te klein, zoals de Chihuahua. Rashonden hebben erfelijk vastgelegde kenmerken met elkaar gemeen, in een voor hun ras karakteristieke combinatie. Honden van één en hetzelfde ras lijken dus op elkaar. Niet alleen wat hun uiterlijk betreft, maar ook qua karakter, gedrag en erfelijke gezondheidsproblemen.
Stamboom
Er zijn rashonden mét en rashonden zonder stamboom. (Die laatste worden ook wel 'lookalikes' genoemd). Bij beide soorten komen dezelfde erfelijke aandoeningen voor, omdat ze afstammen van dezelfde voorouders en dezelfde schadelijke uiterlijke kenmerken bezitten. Rashonden met stamboom zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer voor de Kynologie. Ze voldoen aan de uiterlijke kenmerken van de rasstandaard, hun vader en moeder behoren tot hetzelfde ras en hebben ook een stamboom. Voor de vader en de moeder geldt eveneens dat ze ouders moeten hebben met een stamboom, enzovoort.
Geen garantie
De stamboom die door de Raad van Beheer wordt uitgegeven, is uitsluitend een afstammingsbewijs en geeft geen garantie voor een goede gezondheid. Integendeel: honden met een stamboom zijn 'raszuiverder' en hebben daardoor een grotere kans op verwantschap. Meer verwantschap zorgt weer voor meer inteelt, waardoor ook de kans op erfelijke aandoeningen verder toeneemt.