Rashond
Bij de Drentsche patrijshond is inteelt een groot probleem. Daardoor komen epilepsie en elleboogdysplasie vaak voor bij deze rashonden.
Hoge inteelt
Bij de Drentsche Patrijshond is er in het verleden gefokt met combinaties als vader/dochter en opa/kleindochter. En er zijn er kampioensreuen geweest die van één nest puppy's de vader, de grootvader én de overgrootvader waren. Dit alles heeft tot gevolg dat de hele populatie nu één grote familie is. Veel honden zijn net zo verwant aan elkaar als broer en zus. Door inteelt neemt de kans op erfelijke ziektes enorm toe. Een van de meest zichtbare problemen van de inteelt is epilepsie.
Epilepsie
Epilepsie is inmiddels een groot probleem bij de Drentsche patrijshond. Uit het rapport blijkt dat een op de acht Drenten deze aandoening krijgt. Epilepsie is een zeer ernstige aandoening die niet te genezen is en het leven van baas en hond volledig op zijn kop zet. Als medicijnen onvoldoende helpen lijdt deze ziekte tot de dood.
Pijnlijke heup- en elleboogaandoeningen
Ook heup- en elleboogdysplasie komen vaak voor bij dit ras. De aandoeningen manifesteren zich vaak al op jonge leeftijd en de hond kan er zijn hele leven last van houden. Honden met deze aandoeningen slikken vaak levenslang pijnstillers.
Geschiedenis
De voorouders van de Drentsche patrijs waren spioenen uit Spanje en Frankrijk. De spioenen kwamen met de Spanjaarden in de 16e eeuw naar Nederland. Ze waren divers van kleur en vorm en het waren soepele en sterke jachthonden. In Nederland werden deze jachthonden patrijshonden genoemd. Vooral in Drenthe werden ze verder gefokt. Specifiek op de bruinwitte kleur en specifiek op een bepaalde grootte en zonder inmenging van buitenlandse rassen en types. En daar begint de ellende.
De Drentsche stam - Nimrodstam - Schuilingstam
Binnen het ras de Drentsche patrijs bestaat een stam. Dat is een groep honden die genetisch sterk met elkaar verwant is. De stam bestond uit 20 honden. Op 18 april 1943 zijn de honden geselecteerd. Het ging om honden die vooral van de fokker Hendrik Schuiling afkomstig waren en daarom wordt het ook wel de Schuilingstam genoemd. De beste reu op die dag was Nimrod. Dat verklaard de naam Nimrodstam. Alle hedendaagse raszuivere Drenten zijn nog steeds afkomstig van deze stam.
Outcrossprogramma - enige mogelijkheid tot redding
Iedere generatie neemt de inteelt toe en daarmee de kans op erfelijke ziektes. De inteelt is inmiddels torenhoog. Epilepsie en elleboogdysplasie zijn grote problemen binnen het ras. Het veelvuldig kruisen met andere rassen is de enige mogelijkheid om de Drentsche patrijs nog van de ondergang te redden. Wil je per se een Drentsche patrjis, kies dan een hond van de eerste generatie van outcrosspups. Zodra er weer teruggekruisd gaat worden, neemt de inteelt en dus de kans op erfelijke ziektes meteen weer toe.
Aantal bij dit ras bekende erfelijke aandoeningen
12
Risico
Hoog risico op erfelijke aandoeningen
DNA-testen beschikbaar
| Aandoeningen | Minpunten | Risico |
|---|---|---|
| Cryptorchidie (niet ingedaalde testikel) | 0.5 | 0.5 |
| Distichiasis (haren op de ooglidrand) | 1.5 | 1.5 |
| Elleboogdysplasie - grote hond (aandoening elleboog) | 3.5 | 3.5 |
| Entropion (naar binnen krullende oogleden) | 0.0 | 0.0 |
| Epilepsie | 4.0 | 4.0 |
| Heupdysplasie - grote hond (ontwikkelingsstoornis heup) | 6.0 | 6.0 |
| Otitis externa (ontsteking uitwendige gehoorgang) | 2.0 | 2.0 |
| Patella luxatie (losse knieschijf) | 2.0 | 2.0 |
| Persisterende pupillaire membranen (overgebleven oogmembranen) | 0.0 | 0.0 |
| Progressieve retina atrofie (PRA) (voortschrijdende verslechtering netvlies) | 0.0 | 0.0 |
| Spondylose (vergroeiing tussenwervels) | 5.0 | 5.0 |
| Von Willebrands ziekte (bloedstollingsziekte) | 2.5 | 2.5 |
In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.
| Cryptorchidie (niet ingedaalde testikel) (2) | Gubbels EJ et al., 2009 LICG, 2016 |
| Distichiasis (haren op de ooglidrand) (2) | LICG, 2016 RvBECVO |
| Elleboogdysplasie - grote hond (aandoening elleboog) (1) | VDP, Gezondheidsinventarisatie. 2020. |
| Entropion (naar binnen krullende oogleden) (1) | Vereniging de Drentsche Patrijshond, 2014 |
| Epilepsie (6) | Professionals Fokkerij, 2011 Drptrs LICG, 2011 LICG, 2016 MCD Amsterdam, 2015, Epilepsie Mandigers P.J.J., 2017 |
| Heupdysplasie - grote hond (ontwikkelingsstoornis heup) (3) | Boer L, 2010 LICG, 2016 RvBHD |
| Otitis externa (ontsteking uitwendige gehoorgang) (1) | VDP, Gezondheidsinventarisatie. 2020. |
| Patella luxatie (losse knieschijf) (1) | VDP, Gezondheidsinventarisatie. 2020. |
| Persisterende pupillaire membranen (overgebleven oogmembranen) (1) | LICG, 2016 |
| Progressieve retina atrofie (PRA) (voortschrijdende verslechtering netvlies) (1) | Professionals Fokkerij, 2011 |
| Spondylose (vergroeiing tussenwervels) (1) | Kranenburg HJC et al., 2011 |
| Von Willebrands ziekte (bloedstollingsziekte) (3) | Ackermann L, 2011 LICG, 2011 LICG, 2016 |